25 Jaar jachtontwerp door Dick Koopmans jr
Ik
groeide op met bootjes en zeilen. Vijfentwintig jaar geleden had ik de
keuze, of tekenaar bij Huisman waar ik stage had gelopen en vakantiewerk
deed, of een V.O.F. met mijn vader. Omdat Pa het op dat moment erg druk
had besloot ik om daar te beginnen.
Het
eerste project was de Britt, een 16 m schip voor het poolgebied. Het had
nogal haast zodat, nadat het lijnenplan af was, ik met het voorschip
begon en Pa met het achterschip. We kwamen in het dekhuis bij elkaar.
Enige jaren later tekende ik een 17 m kieljacht terwijl Pa en Ma ergens
op een oceaan voeren.
Mijn eerste schip bouwde ik in 1988, ik toverde
de Victoire 822 om naar een 855. In 1989 wonnen we er
de NKK wimpel
mee.
Bij
het ontwerpen kreeg ik in de gaten dat veel mooie rompen gedateerde
interieur- of dekindelingen hadden zodat ik een aantal vernieuwingen in
bestaande schepen schetste. De Belhamel, een 15 m motorjacht is hiervan
onder andere het resultaat.
Het
snelste jaar was 1992. Ik tekende de V24 en de VICTOIRE, een ingekorte
wedstrijd 933 voor de Round Britain & Ireland Race (RB&I). De V24 won de
’Verbondsbezem’ en samen met Maarten Russchen zeilden we de VICTOIRE
naar een 1e plaats overall op handicap en 2e 30 voeter.
In
1994 kwam de klant van de Britt bij me voor een grotere Britt II. De I
was te klein en had wat deuken gekregen. De Brit II moest sterker! Toen
ik een foto van de Britt I zag tussen twee ijsbergen geklemd, heb ik wel
opgemerkt dat ook de II daar deuken van zou krijgen.
Na
de RB&I Race had ik voor mezelf de conclusie getrokken dat ik toe was
aan een sneller schip om tijdens wedstrijden in de 35 ft klasse uit te
kunnen komen. Ik kreeg ook een klant die iets dergelijks in serie wilde,
de SENTIJN 37. Voor mijn eigen schip werd in de mal een tweede spiegel
geplaatst en de steven afgerond zodat een 35 voeter ontstond. Samen met
Pa zetten we er een hechthouten dek op, interieur, roer en
kielconstructie deed ik zelf. Door de wat sportievere richting kwam ik
in contact met Klaas Bood en ontwierp een aantal zwaardjachten,
V-spanten en kieljachten in woodcore. Deze waren weliswaar klassiek
gelijnd, maar door de lichtere bouw wat sportiever dan de aluminium
zusters en nog steeds zeevriendelijk en handzaam.
Verder kwamen er steeds meer klanten voor een schip bestemd voor
Arctische wateren. We hadden zelf enige poolervaring gekregen door onze
reizen naar Spitsbergen in 1982 met de Jantine IV, Pa en Ma waren met de
Jantine IV naar Antarctica geweest en ik zeilde in 1996 met de Jager
naar Spitsbergen. Bovendien kregen we nuttige informatie van onze
klanten.
Ik
ontwierp een aantal specifieke poolschepen:
De
Jonathan II getekend voor Mark van de Weg in 1998. Overwinterde op
Spitsbergen en ligt daar nu permanent.
De
Wandering Albatros II getekend in 2000, een 13 m stalen kieljacht.
Zeilde van Spitsbergen naar Antarctica.
De
Polaris II getekend in 2005, een 16.5 m zwaardjacht. Zeilde naar
Spitsbergen en overwinterde op Groenland.
In
2005 werd ik benaderd door Leslie Irvine. Hij heeft een zusterschip van
de Bastaerd van Campen, woont op de Shetlands en wilde wel eens een RB&I
Race varen. Hij belde me op en zei “Ik wil de Round Britain varen en jij
hebt daar de boot voor dus doe je mee?” Ik had de JAGER niet voor niets
voor dit soort evenementen ontworpen, dus het antwoord was ja. Na een
winter trainen en voorbereiden waren we er klaar voor. We werden 1e op
handicap en kwamen als 2e 35 voeter binnen, een evenaring van 1993.
Omdat de JAGER er grotendeels klaar voor was besloot ik in 2009 de OSTAR
te varen, een solorace van Engeland naar Amerika. JAGER werd 3e in de
Jester class. Samen met Jolanda zeilde ik van Newport weer terug naar
Nederland.
Maarten Russchen die met mij in 1993 de RB&I Race zeilde kreeg de smaak
ook te pakken en vroeg of ik een boot voor de OSTAR en Round Britain
wilde tekenen. Omdat de 35 ft klasse verdween en de minimum lengte vaak
30 ft is kozen we voor 32 ft. Groot genoeg om mee te doen, klein genoeg
om makkelijk te zeilen. Van het ontwerp zijn in eerste instantie drie
gebouwd, waarvan de Vandal van mijn co-schipper Leslie Irvine 2e werd in
de 1000-Mile Race en 3e in de RB&I 2010. Maarten wil met zijn Home of
Jazz over twee jaar de OSTAR zeilen.
De
laatste 5 jaar komen de kleinere schepen weer wat terug. Ik ontwierp de
Koopmans 28 Daysailer en de Fox’x, een gaffelgetuigde zwaardboot met
behoorlijke zeilprestaties, mede door de vacuüm injectie epoxy bouw.
De
afgelopen 25 jaar is het werk behoorlijk veranderd. De computer deed
haar intrede. Eerst vooral voor berekeningen, maar daarna ook voor het
tekenwerk. Ik begon met een programmeerbare rekenmachine voor sterkte en
weerstandsberekeningen. Pa gaf uiteindelijk toe dat het sneller werkte
dan de rekenliniaal. In 1992 schafte ik een strookprogramma voor rompen
aan. Je zag in die tijd het vak van 'de man op de spantenvloer'
vergrijzen. Het was een van de eerste programma's die de wat moeilijker
rompvormen aankon. In 1995 kwam de Windows versie uit. Nu kon je er ook
kielen, roeren, opbouw en kuip in maken. In 1997 kwam er ook een module
voor plaatuitslagen. De werven waren nog niet enthousiast "Denk je dat
die computer het beter kan dan wij?". Totdat er een haastklus kwam
"Laten we het maar eens proberen...". En dat 'eens' werd al snel
'voortaan'. Ondertussen wordt een groot deel van het schip in de
computer gebouwd in plaats van op de spantenvloer.
Ik
kan me nog herinneren dat ik, mijn pa was al min of meer gestopt, met
hem naar Scheepswerf Van Waveren ging. De werknemers waren er allemaal
in de zestig. "Kijk" zei Pa "zie je dat die oude vaklieden geen computer
nodig hebben, alles past perfect". De heer van Waveren had me echter
gevraagd een bouwpakket te maken. Hij zei: "Voor ik stop wil ik dat nog
eens meemaken".
|